Hoe werkt compositie in de fotografie?
Bij compositie zijn een aantal basisregels van belang: eenvoud, regel-van-drieën, kadering, lijnen en vormen.
Eenvoud
Less is more. Houd het beeld simpel en maak duidelijk wat het hoofdonderwerp is. Niet te veel onderwerpen in een beeld. Geen storende elementen in beeld welke de aandacht af kunnen leiden. Een egale achtergrond of een vage achtergrond zorgt voor rust.
Regel van drieën
Hoe werkt de regel-van-drieën? Wanneer je het beeld in de zoeker denkbeeldig zowel horizontaal als verticaal in drieën deelt krijg je vier snijpunten.
Om een sterke compositie te krijgen plaats je het onderwerp op een van deze snijpunten. Bij landschap fotografie plaats je de horizon niet in het midden van de foto maar op de onderste of bovenste lijn binnen deze regel-van-drieën.
Als we een foto bekijken, kijken we van links naar rechts omdat we dat zo gewend zijn, zo lezen we ook. Het onderwerp komt daarom het meest tot zijn recht als het aan de linkerkant van het beeld wordt geplaatst.
Lijnen en vormen
Lijnen kunnen een foto sterk maken en een gevoel van diepte geven. Lijnen kunnen in een foto de kijker naar het onderwerp geleiden. Bij een lijn van linksonder naar rechtsboven wordt de kijker als het ware de foto “ingetrokken” . Kijk goed om je heen. Lijnen komen overal voor: een pad in een bos of weiland, en rij strandpalen, een tuinhek, enz.
Vormen zoals cirkels, vierkanten en driehoeken geven een beeld rust. Vormen kunnen van individuele objecten zijn, maar kunnen ook van objecten zijn die in een bepaalde vorm samenkomen.
Kadering
Kadering van het onderwerp kan de foto meer diepte geven. Objecten in de voorgrond sluiten je onderwerp in. Denk aan een foto van een landschap met boomtakken op de voorgrond. De objecten van kadering en het onderwerp voor de foto dienen wel bij elkaar te passen. Het is mooi als de kadering richting de foto ‘wijst’. Mensen, dieren of wegbewijzering dienen de foto in te kijken of wijzen. Kadering is mooi maar ook hier geldt, less is more.